Er is steeds meer zorg om resistentie wormmiddelen bij de schapenfokkers. Dezelfde middelen worden ook gebruikt in de alpacafokkerij. Moeten wij ons ook zorgen maken?
Ook bij alpaca’s is resistentie gezien tegen bepaalde wormmiddelen. Dat betekent dat de wormen hun gang kunnen gaan met besmetten van je dieren omdat wormmiddelen niet meer werken.
Preventief ontwormen werkt resistentie in de hand.
Er zijn nog steeds fokkers die periodiek een wormkuur geven. Baat het niet, schaadt het niet? Dat is de gedachte, helaas geldt hier het omgekeerde. Het baat niet, maar het schaadt wel! Het werkt namelijk resistentie in de hand. Het kan best zijn dat een wormkuur 99% van de wormen weg neemt, maar die 1% die overblijft is goed bestand tegen het middel. Logisch, anders was het ook wel dood gegaan. Deze wormen geven hun genen door aan hun nazaten, die dus ook bestand zijn tegen die wormkuur. Eigenlijk is het gelijk aan de alpaca fokkerij, je probeert de beste kwaliteiten te laten vererven in de nazaten.
Ga je nu weer een wormkuur toedienen, dan blijven weer de beste wormen over. De vermeerdering van wormen kan zo snel gaan dat er een stam ontstaat die zich niets meer aantrekt van een wormkuur. Dan spreken we van resistentie. Onderschat dit proces niet. Ontworm alleen indien noodzakelijk. Dat betekent tegelijkertijd dat je moet weten waartegen je een wormkuur wilt inzetten. In het voorjaar zullen dit andere worm soorten zijn dan in het najaar, dus wissel ook af tussen de verschillende groepen wormmiddelen. Weet goed welke dosering je moet gebruiken, onderdosering werkt resistentie in de hand.
Beter is om mestonderzoek te doen om te zien of er daadwerkelijk sprake is van een besmetting. Een aantal eitjes worden meestal wel aangetroffen, dat is niet erg. Een alpaca die een besmetting heeft gehad zal zich beter kunnen verweren en een natuurlijke afweer opbouwen. Het gaat om de soort en de hoeveelheid eitjes die worden gevonden dat bepaald of ontwormen noodzakelijk is. Het doel van ontwormen is niet om de alpaca wormvrij te houden, maar om het binnen acceptabele grenzen te houden.
Het ‘in de hand houden’ van de wormpopulatie hoeft niet alleen d.m.v. medicatie. Dit kan ook op een natuurlijke manier door je beweidingsschema aan te passen of misschien wel door kruidenmengsels. Er is veel onderzoek naar de invloed van kruidenmengsels op de wormpopulatie bij dieren. In de vrije natuur heeft de alpaca ruimte genoeg waardoor de passieve wormbestrijding goed werkt. Alpaca’s grazen nauwelijks rond plaatsen waar gemest wordt. De kans op besmetting is daardoor lager. Dit probleem heb je wel bij ‘overcrowding’, dus te veel dieren op een kleine oppervlakte. Weilanden laten begrazen door graasdieren (b.v. paarden) die gastheer zijn voor andere soorten parasieten kan ook helpen tot passieve bestrijding van de worm. Parasieten gaan dood wanneer ze in de verkeerde gastheer terecht komen.
Voorkom resistentie door:
- alleen middelen gebruiken wanneer ze nodig zijn
- ga niet onder doseren
- wissel af tussen verschillende productgroepen
- heb een plan voor het beweiden van je percelen
- indien mogelijk afwisselen met andere graasdieren (geen schapen of geiten)
- weiland opschonen
- doe mestonderzoek voor soortbepaling
- doe een herhaald mestonderzoek om resistentie te bepalen
Heb je nog een aanvulling of vraag over dit onderwerp? Laat dan hieronder een reactie achter.
Gert Joling
op 15 Jun 2017